Eén van de weinige bluespianisten die niet uitsluitend boogie woogie speelt is afkomstig uit Vancouver, Canada. En al wordt hij geprijsd en gelauwerd als beste hedendaagse boogie woogie pianist met de Canadese Juno Award, heeft Kenny Wayne ook andere stijlen (gelukkig) in zijn mars. Men kan hem beschouwen als de opvolger van Champion Jack Dupree, Amos Milburn en Johnnie Johnson, maar ik vind ook invloeden van Charles… , Professor Longhair en zelfs Dr. John en Fats Domino. Met al die textures weet hij zijn eigen sound samen te stellen en hij klinkt zeer eigentijds en modern.
Hij speelde op blues en jazz festivals in Zwitserland, Frankrijk, Spanje en zelfs in Oekraïne. In Canada en bovengenoemde landen is hij bovendien een graag geziene gast in de gerenommeerde nightclubs als The Lionell Hampton Room in Parijs, Soho Club in Kiev en Marianne’s in Lausanne. Hier bij ons in België lijkt hij maar mondjesmaat bekend en onterecht.
Hij is aan zijn zesde CD toe, waarvan de eerste “Alive & Loose” uitkwam in 1995. Sindsdien bracht hij met intervallen van ongeveer drie jaar album’s uit en “Can’t Stop Now” die voor ons ligt is zijn laatste van eind 2008 en de tweede die uit is op Electro-Fi. En…het is wat mij betreft een pareltje.
Wat mij vooral overviel bij de eerste beluistering van deze CD, was het enorm soulvolle ‘Big Easy’-gevoel dat over deze plaat heerst. Alsof de man een ingezetene van de Crescent City is in plaats van een burger van Vancouver.
Maar, leggen we ons oor te luisteren, en ziehier een kleine impressie.
Track 1 “Boogie Woogie Mama” behoeft geen verdere uitleg. De titel kan echt niet duidelijker zijn. BW zoals het hoort te zijn, maar met toch dat ietsje méér, eigen aan Kenny Wayne. Je snuift de zilte lucht van New Orleans op. Een Wayne original.
Je hoeft niet in het booklet te gaan snuffelen om te weten van wie “You Can Pack Your Suitcase” is. Kenny Wayne weet Dave Bartholomew zo goed te vertolken als Fats Domino, die het in 1954 op single uitbracht.
In “Judge By The Look” geeft Wayne, die dit nummer schreef, tekst en uitleg bij Diddley’s “You Can’t Judge a Book By Its Cover”. Zeer genietbaar nummer met een catchy bridge in the middle en dito bass-riff. Wayne’s warme soulstem komt hier goed tot zijn recht.
De Wayne original “You Cured My Blues” is een echte crooner, dat makkelijk overeind blijft naast het beste van Nat ‘King’ Cole, zowel qua vertolking als compositie. Prachtige jazzy gitaarsolo van Jeff Healey in dit nummer.
Een pianogeluid als van Stevie Wonder in de seventies, is het hoofdingrediënt van “My Sweet Little Peach”. Met een uitstap naar een geslaagd rapstukje, eigentijdse Harlem-sound.
“Let’s Have Some Fun”… we just begun…the night is young. De essentie van dit nummer is plezier maken. Het klinkt een beetje nightclubbing big band, met die uitgebreide blazerssectie (sax, trompet en trombone) en het typische drumspel van Lonnie Powell.
Kenny Wayne doet zijn duit in het zakje waar het de fatale storm Katrina betreft. Zijn “Raging Storm” klinkt als een levendige en emotionele verslaggeving van het gebeuren, maar is tevens een aanklacht tegen een falende regering, die veel te laat reageerde, en weinig of geen leed verzachtte. Een niet aflatende regen en de rescue-choppers chop-chop-chop-geluiden op de achtergrond, leggen een parallel met al even catastrofale oorlogssituaties, waar wanhoop en isolement hoogtij vieren. Dit nummer staat op gelijk niveau met werk van James ‘Blood’ Ulmer en Tab Benoit over dit gevoelige onderwerp.
“Don’t Cry” brengt terug wat lichtvoetigheid in het geheel, ondanks zijn onderwerp van liefdesperikelen. Dit is gewoon oerdegelijk en maakt de CD compleet.
“Tangueray” van Johnnie Johnson is de andere van de twee covers op dit album. Een swingend nummer met een fijne T-Bone gitaarsolo van Rich McDonough als versierinkje. Wayne’s pianosolo is ronduit fantastisch. Kort maar alles ‘containing’. “Johnnie J. Was Good” is een onverholen ode aan pianist Johnnie Johnson, de componist van vorig nummer. Hij moet wel een grote indruk hebben gemaakt op Kenny Wayne. Het nummer is muzikaal ook familie met Johnnie’s “Tangueray”.
De titel van het volgende nummer vertelt ons waar het op staat met deze CD. Helaas, jawel, “The Party Is Over”. Een echt party-nummer overigens. Het moet niet makkelijk zijn om met dit nummer een party te eindigen.
‘Don’t slam the door !....’ BLLAAAWM. ??...Damn…’
Alvorens af te ronden, wil ik toch nog een lovend woordje laten vallen voor de talrijke muzikanten die aan dit album meewerkten. Schitterend, stuk voor stuk klassebakken. Waw, met zo’n bende musiceren moet zowat de hemel op aarde zijn. ‘What comes next?’ Ik vraag het mij af.
Een prachtplaat deze “Can’t Stop Now” met een mooie belofte. Des te beter, voor ons hoeft hij nooit te stoppen.
De muzikanten en wat ze doen. Maar op welk nummer moet je zelf uitvinden.
Kenny “Blues Boss” Wayne : lead vocals, piano, keyboards, organ, clavinet, . keyboard bass, strings, bongo’s
Brandon Isaak : guitar
Lindsay Mitchell : guitar
Jeff Healey : guitar
Mitch Lewis : guitar
Rich McDonough : guitar
Dave Haddock : bass
Russell Jackson : bass
Rodney St. Amand : bass
Gus Thornton : bass
Lonnie Powell : drums
Theo Brown : drums
Maurine Brown : drums
Joe Pastor : drums
Dave “Hurricane” Hoerl : harmonica
Johnny Ferreira : saxophone
Richard Underhill : alto saxophone
Chris Gale : tenor saxophone
Scotty Harris : saxophone
Chris Whiteley : trumpet
Ron Hendee : trumpet
William Carn : trombone
Randy Oxford : trombone
Cory Spruell : vocal rap
Chris Isaak : drum beats, sound effects
witteMVS